WIJ VERLOREN DE WOORDEN Wij verloren de woorden aan de oever van de zee, wij verloren de woorden waarmee het zingen begint. Landinwaarts keerden wij terug, wij
VERKOPEN In de lente verkoop ik viooltjes uit verloren tuinen in de zomer rozen van papier asters uit woorden in de herfst ‘s winters ijsbloemen van het
IX Ik ben een herder van kudden. De kudde zijn mijn gedachten en mijn gedachten zijn allemaal gewaarwordingen. Ik denk met mijn ogen en mijn oren en met
HARP Jouw lichaam is een harp snaren langs een klankbord een resonatordoos geplukt met vingers hals vlakten scherptes in de vorm van een driehoek een jachtboog troubadours trouvères
DAGERAAD VAN DE HOOP Het licht van de dageraad wist van de nacht de sporen uit meedogenloos vliedt de tijd voorbij alhoewel ik zou willen dat hij stopt
ADELAAR De raven vliegen in zwermen de adelaar vliegt alleen Luchino Visconti De hemel zo na vliegt de adelaar eenzaam als de dichter geduldig wachtend op de komst
OOGST Ik zal door andere deuren gaan, als het licht aandringt en de dauw ’s ochtends glinstert op rozenbloesems en zeeschuim. Zoals de eerste lettergreep van de stille
EEN OORRING, NAGELATEN IN MIJN HAND De hele tijd hoorde ik Hun fluisterende stem Maar ik vermengde ze niet Met mijn zuchten Omdat ze mijn oren aanraakten Droeg
ZOEKEN Ik zocht in jouw lichaam de guirlandes van de dorst het pad van granaatappelbomen herbevolkt met de grijze eekhoorns van stilte, een paarse zonsondergang of die snelle